Literatuur
- Bom, J.A.L., "Oude baksteen". In: Bulletin van de Nederlandse Oudheidkundige Bond, 1948 (6e serie - jrg 1), blz. 43-52; plaat-nr XI-XIV. Hierin "Het vormen": blz. 46, afb.nr 3
- Kiesow, Gottfried, Wege zur Backsteingotik. Eine Einführung. Bonn (Monumente Publikationen der Deutschen Stiftung Denkmalschutz), 2003cop. [220 blz. ISBN 3.936942.34.X]. Hierin: blz. 81-89 ("Geschnittene Grünlinge": de oudste Duitse bakstenen tonen een geribbeld oppervlak, zoals dat ook in Noord-Italië gevonden wordt in de late 11e en begin 12e eeuw. Vermoedelijk werden de groenlingen uit een plak klei gesneden en niet in een vorm gemaakt), 94-99 ("Formkästen")
- Müller, Hellmut & Rolf Naumann, Quetschfalten, Kreuzbogenfriese, Wendischer Verband. Fachbegriffe des Romanischen Backsteinbaus und der kirchlichen Baukunst in Altmark, Jerichower Land und Mark Brandenburg. Jerichow (Klostermuseum Jerichow), 1999. [60 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 41 ("Rohling, Rohziegel, Grünling: Ungebrannter Ton- oder Lehmziegel" - dit is de relevante tekst volledig)